woensdag 20 april 2011

Laatste repetitie.

Vanavond komt ook Nelleke kijken.
Ik wil haar een uurlang laten kijken naar de vorm die ik gekozen heb, presentatie/openbare repetitie.

We starten met een uitgebreide warming-up, iets wat een wezenlijk onderdeel is van de groepsverbinding en noodzakelijk voor het soort spel dat ik wil zien. Leiden/volgen, alles is met alles verbonden, verstilling en energie, met lichtheid zwaarte spelen.

Het kader waarbinnen geïmproviseerd kan worden wordt steeds helderder. Ik introduceer een nieuw element, namelijk het ontspannen delen van herinneringen aan de kindertijd. Op de weg naar Puck stoepkrijt gekocht en ik laat de spelers daar spontaan mee werken. Het ‘doet’ wat, het maakt de sfeer licht. Tegelijkertijd coach ik op verstaanbaarheid en openen naar publiek.

Essentieel voor mijn spelbenadering is de kwaliteit van zijn op het podium. Ontspannen, alert, transparant aanwezig zijn en tegelijkertijd het publiek in die aanwezigheid betrekken. Naar jezelf als speler laten kijken en daarbij open blijven, kwetsbaar, dichtbij jezelf. Met gemak, een zekere nonchalance, maar niet gemakkelijk. En vooral verstild en met aandacht zijn voor wat er in zichzelf, fysiek, emotioneel, mentaal en in de ruimte op de vloer gebeurt. De spelers hebben geen rol waarmee ze communiceren. Ze balanceren op de grens van privé en persoonlijk.

De kwaliteit ontstaat op het moment dat de speler alles totaal en met volledige aandacht doet, tekst, handeling, van a naar b lopen, een ander aanraken, een dans/beweging doen, stil zitten of staan. Verinnerlijkt en zichtbaar, een dubbel bewustzijn dus. Dan kan het meest simpele gebaar een ademloos buitengewoon gebaar worden.
De presentatie/improvisatie die de spelers laten zien laat zien wat ik bedoel, of liever, laat dat niet zien. Want hoewel het ok is wat ze laten zien, mis ik juist die kwaliteit, de aandacht, de waarde die zij toekennen aan dat wat ze doen.

Ik houd een lange monoloog over waarde en kwaliteit en noodzaak en realiseer me al pratende dat dit me zeer aan het hart gaat. Ik val waarschijnlijk in herhaling maar juist door secuur te zijn, alles te beleven, het kleine of gewone belangrijk te maken door de kwaliteit van de aandacht die je er als speler/maker aan geeft, denk ik dat het theater een plek kan zijn waar de tijd geïntensiveerd wordt en een moment van schoonheid kan ontstaan. 

Ik mail hen ’s avonds nog als ik thuis kom.
Door de beleving, eigen geraaktheid en de waarde die je zelf (als speler) toekent aan wat je doet (op het podium) krijgt het proces en de prrresentatie/whatever van WEG2 zijn betekenis’.
En dat vind ik waardevol, betekenis geven. In het kader van vergankelijkheid is dit een prachtige conclusie.

Marijke mailde later
“Je kunt wat je doet in de basis eigenlijk maar op twee manieren doen: vanuit angst of vanuit liefde. Angst remt af, keert naar binnen, doet je verstoppen, afsluiten, vasthouden, knagen, reserveren, aanvallen, grijpen, verhullen. Liefde stelt open, breidt uit, richt zich naar buiten, onthult, deelt, geneest, geeft weg, respecteert, sust, laat gaan. Wat is er mooier dan spelen vanuit liefde voor jezelf, elkaar, het publiek, het theater, de kunsten, de verbeelding, de vorm, de muziek, de beweging, de stilte, de schoonheid?”

Op naar zaterdag!

5 april

Ik dacht dat ik 5 april al had geschreven maar kon mijn tekst nergens meer vinden. Waarschijnlijk vergeten op te slaan. Mmm… dan is die tekst verdwenen, loslaten dus. Weg is weg en nu een nieuwe tekst schrijven voor het blog!

Goed…… Nog twee avonden te gaan voordat we presenteren op 16 april.

Vanavond wil ik aan solomateriaal werken om de presence en spelkwaliteit van de individuele speler aan te scherpen. Er is weinig tijd hiervoor, althans ik heb hier weinig tijd voor ingeruimd. Tot nu toe heb ik me gericht op de inhoud en vorm van het geheel en niet echt bezig geweest met spelcoaching.

Ik had de spelers vorige week individueel opdrachten gegeven. Om gedichten over eindigheid te verzamelen, te werken aan een dans, een filmscene te beschrijven, een persoonlijk verhaal in grote lijnen herhaalbaar te kunnen vertellen, een beeld te creëren op basis van een eigen verhaal.

Het kost meer tijd dan ik had ingepland om hiermee te werken en al gauw zijn we halverwege de avond. Maar het materiaal is mooi en ik zie de kracht van herhaling en verfijning.

De tijd die rest wil ik nog een improvisatie doen met geselecteerd materiaal. Vooraf wil ik duidelijke vormen neerzetten voor het begin en eind en ook afspraken over de link van sommige elementen.
De warmingup sla ik over.
                  
De spelers zie ik hierna 45 minuten zoeken en met name spelen vanuit het hoofd. Er is geen flow zoals vorige week, op de vloer wordt iedereen publiek van elkaar, er is weinig onderlinge verbinding, er wordt veel gewacht.

Na afloop een lang gesprek. Onvrede bij spelers, teveel bezig met de presentatie, de onderlinge samenhang was weg, iedereen stond alleen op de vloer.
Hoe komen we weer terug bij de kwaliteit die zichtbaar was in het proces? Hoe open ik het proces en mijn spelers voor het publiek? Lichte wanhoop bij mij. We zijn nog niet klaar voor publiek.
Hoe dit kwetsbare, premature onderzoekskindje op een juiste manier delen met het publiek?

Presentatie of voorstelling? Ook al roepen we hard dat het geen affe voorstelling is, toch komt er publiek dat gewoon kijkt naar wat er op de vloer gebeurt, zijn eigen verhaal maakt, beoordeelt, in interactie gaat met wat we laten zien. Dus, op welke manier presenteer ik dit kwetsbare nog niet geboren kindje, dat nog in ontwikkeling is, een schets van een kindje, grove vormen maar nog geen details, geen verfijning. In theatertermen, nog geen juiste timing, ritme, volgorde, spelkwaliteit.

Goed, onaf, een schets, een richting, dat gaan we presenteren.
Nu zou ik meer tijd willen hebben. Om te regisseren en de schoonheid die in het materiaal verscholen ligt te kunnen blootleggen. Tegelijkertijd vind ik het een uitdaging om juist die schets te communiceren. Ik vind het prachtig, dit onaffe, het zoeken, de imperfectie, met daardoorheen schijnend de kwetsbaarheid van het werk.

Vergankelijkheid…. Een speler probeert een moment dat in improvisatie ontstond te herhalen maar vindt het gevoel en de juiste vorm niet terug. Dat is ook het ambacht… om dat wat per ongeluk gevonden wordt te reconstrueren en herhaalbaar te maken.

We besluiten de avond met een keus: op 16 april zal de avond een combinatie zijn van presentatie en openbare repetitie. Ik ben vanuit het regiehok als begeleider/regisseur aanwezig op de vloer, coach de spelers in hun spel, bewaak het ritme en het tempo en stuur dus het geheel in de richting die ik wil zien.
Ja dit voelt goed.

woensdag 13 april 2011

Spelersverhalen...

De vergankelijke reis over ‘Weg 2’


31 maart 2011

Auditie?

Met name de aangekondigde fysieke en beeldende benadering van dit onderzoek, was wat me heeft bewogen om me op te geven voor de auditie van Weg 2. Deze dag was vooral een plezierige eerste kennismaking met een interessante groep mensen. Het programma dat Anita met ons heeft doorlopen, heeft er voor gezorgd dat ik moe maar voldaan naar huis ging. Opgeven dan maar……………?

Bijzondere ratjetoe van figuren.

Ondanks onze grote verschillen in fysiek, persoonlijkheid en (hot item!) leeftijd, hebben we in onze overeenkomsten een saamhorig groepsgevoel. Het is fijn om met én van elkaar te mogen leren, ontdekken, sparren en vooral genieten.

Hoofd-, been,- & ,-bre(a)k(ers)dans

In de eerste weken zijn we materiaal gaan verzamelen. Véél materiaal. Het een nog mooier als het andere. Persoonlijke verhalen, teksten, objecten, foto’s  en film. Genoeg om de menselijke grijze massa te overprikkelen of zwaar te maken. Gelukkig bood het tussendoor bewegen en dansen de hoognodige soelaas.

Bedenkelijk, bedankelijk, ontvankelijk, vergankelijk
Wat mij is opgevallen, is de verscheidenheid aan interpretaties én uitingen die aan ons thema kan worden gegeven. Nooit gerealiseerd dat vergankelijkheid zo allesomvattend is. Het is werkelijk op alles toepasbaar. Alles dat leeft maar ook materie. Die diversiteit is moeilijk om te zetten (of misschien wel niet?) in een eenduidig theatraal beeld. In dit project is de voorlopige conclusie, van de lessen die ik heb mogen leren, het volgende drieluik:
·         Vergankelijkheid, hoe er mee om te gaan of te uiten is sterk persoonsgebonden. Zowel in het ervaren als in uiten/handelen.
·         Als je uit ‘persoonlijke input’ een theatrale vorm zoekt, is mijn voorkeur dat je per individu, dicht bij je authenticiteit blijft. Puur zijn. Zowel in het ervaren als in uiten/handelen. Zodra je dingen gaat doen die te ver bij je zijn (authenticiteit) zijn, dan gaat het schuren. Merkbaar voor zowel  jezelf als voor de mensen om je heen.
·         Vergankelijkheid: ga je de strijd er mee aan, omarm je het of beide?
Och mensch wil mercken, de tijd heeft vlercken.
Nog twee weken te gaan tot onze presentatie. Aangezien ik dit “Theaterlab. Project” geweldig vindt om te doen, bekruipt me het gevoel: “hè jammer, het houdt op”. Maar zoals we hopelijk op 16 april mogen laten zien, kan dit licht opgevat worden. Want alles dat verdwijnt door vergankelijkheid, biedt ruimte voor nieuwe dingen, nieuwe uitdagingen, nieuw leven.

Leve & leef de vergankelijkheid.
(je doet er lekker toch niets aan)

Marieke


Persoonlijk verslag WEG2        

Toen ik met het project WEG2 begon, kwam ik net van een weg vol obstakels, begrenst door angsten en onzekerheden waar geen einde aan leek. De ‘weg naar volwassenheid’ kan ik deze weg ook wel noemen, en tegelijkertijd de weg naar de onbevangenheid van vroeger, zonder oordelen en gedachten. Zonder dat kind te voelen en te omarmen besta ik als volwassene niet, weet ik nu. Ik had die weg zo serieus genomen dat er nog weinig ‘onschuldige’ kanten waren overgebleven aan wie ik was en wat ik deed. Ik was compleet in mijn hoofd geraakt en kon nauwelijks nog onbezorgd van iets genieten.
Dit project heeft mij geholpen een stap terug te zetten, naar het verleden en naar momenten die vergaan waren. Het kon een dans zijn op muziek dat me aansprak, een object of beeld dat me aan het denken zette, een groepsscènes waarin ik met de andere spelers contact maakte. Soms was het enkel een stilte, een simpele herhalende beweging of de energie die ik voelde, maar altijd was ik intens ín het moment. Wat mij dan ook het meest geraakt heeft tijdens het spelen, was de beleving van/als mezelf en van/met de anderen. Ik ben niet eerder zo aanwezig geweest in een ruimte en groep dan in dit project en de sfeer en setting die Anita hiervoor creeerde droeg hier sterk aan bij. Haar bewustheid van alle spelers en de manier waarop ze met ons communiceerde heb ik niet eerder als zo bijzonder ervaren. ‘Bewustheid’ is in mijn ogen de kern van waaruit we gedurende de workshops hebben gewerkt en daardoor ontstond die intense beleving, want ik was me veel bewuster van wat ik deed en hoe dat voelde en gebruikte dat weer om nog meer uit mijn spel te halen. Tegelijkertijd heb ik me zodanig op mijn gemak gevoeld – met name door de goede open sfeer en ieders bijdrage hieraan – dat ik dichterbij mezelf kon komen ipv bij een bepaalde rol die niet ‘mij’ is zoals vaak bij acteren van je gevraagd wordt.  Dat ik hierbij mijn kinderlijke onschuld heb weten terug te vinden, terwijl ik dacht dat ik er afscheid van had genomen, heeft het meeste met mij gedaan. Ik zie nu in dat theater een uitgelegen vorm en plek is om plezier te maken, te fantaseren en te leren en hiervan intens te genieten. Het onderzoek heeft me ook het besef gegeven dat je wel van iets afscheid kunt nemen, maar dat het dan niet compleet verdwenen is. Momentopnames zijn niet gestopt na het moment, nee, ze leven voort in je herinnering en kunnen op elk moment weer worden overgedaan en herbeleefd. Dat ervoer ik toen we voor de presentatie bepaalde momenten gingen herhalen en de intense beleving tijdens het spelen telkens in takt bleef. Ik ben ook geraakt door het unieke samenspel met de groep, en die uniekheid zat ‘m voor mij in de kwaliteiten van iedere speler en de goede energie die er ondanks alle verschillen elke repetitie bestond. Ook de positieve en ‘jonge’ energie die Anita uitstraalt, ligt aan de basis van deze sfeer en heeft me geholpen om ‘vrij te voelen’ om alles te doen en niets te laten op de vloer. Kwetsbaarheid en onzekerheid verdween als vanzelf toen ik begreep dat de groep en regisseur het toestonden om onzeker en kwetsbaar te zijn en dit zelf eveneens deelde met mij. Op het einde van het project kan ik niet anders concluderen dat vergankelijkheid een onontkoombaar en hardnekkig feit in het menselijk bestaan is, maar het niet het einde van (de fases van) het bestaan is als je zorgt dat je elk moment met volle overtuiging meemaakt en er als een kind volledig onbevangen in opgaat.
 Cornee (de onschuld zelve)

Zo maar wat gedachten….
BEWEGINGSTHEATER……HEERLIJK!!!!!!!
Boeiend om met zo’n kleine diverse groep-(in meerdere opzichten…)- met een onderwerp als ,,vergankelijkheid” te spelen.
Steeds meer wordt me duidelijk dat ik meer verleden heb dan de anderen en- als het goed is –ook minder toekomst.
En…hoe gemakkelijk sla je zijwegen in-soms is de relatie met het onderwerp nauwelijks te herkennen: Helemaal niet erg dus….Fijn dat het kan en mag….
Graag had ik nog wat meer met de tango en met ,,Le Bal” gestoeid….
De woorden ,,publiek” en ,,presentatie” zijn voor mij stoorzenders. Plotseling lijkt er iets te moeten.
Waar tot nu toe TIJD geen rol speelde, speelt deze nu de hoofdrol…
Geen zijwegen meer- doelgericht moeten we bezig gaan om onze eigen vergankelijkheid aan publiek te kunnen tonen. Publiek dat zo lekker veilig in het donker op z’n pluchen stoeltje zit.
Weg intimiteit-nu telt kwaliteit.
Anita, je bent een heerlijk mens. Daar waar ik uit onzekerheid zekerheden op zoek en vast probeer te houden, laat jij ze met het grootste gemak weer vallen. Je hanteert een lichtheid om een groep te leiden of te begeleiden om jaloers op te worden. Je leert me dat los laten iets verrassends op kan leveren… dank je wel!

Tot dinsdag, lieve mensen, dan mogen we weer!
met grote groet van

Patricia

Voor blog ‘Weg 2 ‘ 31 maart

Het is vandaag de laatste keer dat we een hele dag met elkaar kunnen werken. Er begint een zekere spanning te ontstaan. Tot de presentatie hebben we na vandaag nog maar 2 avonden. En er is nog geen presentatie. Er is nog geen vorm. En straks hebben we publiek. Voor sommige van ons is dat heel erg spannend. Gaat een van ons zich opeens anders gedragen? Hoe zullen we dan op elkaar reageren? Hoe lopen improvisaties met publiek erbij? We kunnen het niet oefenen. We zullen moeten vertrouwen op Anita elkaar en nu allereerst vooral op Anita. Zij geeft het toch vorm? Hopen we.. Als het vorm heeft, is het vastomlijnd, ingekaderd, herkenbaar en weten we wat we moeten doen, waar we op wie op welke manier zullen reageren.
Anita heeft nu al wel een kader, van onschuld, en het verliezen van onschuld (en veel meer) en aan de andere kant het besef dat het voorbij gaat, dat we straks dood gaan en we toch gewoon blijven zingen en dansen, genieten van het leven. Verschillende stukjes die we deels al eerder hebben gedaan of nu als huiswerk (een dans, een beeld, een tekst, gedichten,..) hebben voorbereid en in dit kader passen gaan we oefenen. Voor het eerst herhalen we nu stukjes, werken we aan stilering. Hoe ziet het eruit, dat wordt opeens belangrijk. Tot nu toe deden we maar wat, en bij toeval (?) viel dat vaak best goed uit. Iets herhalen, iets herhaalbaars maken, blijkt een kunst. Het gaat er nu ook om jezelf van details bewust te worden en die opnieuw weer vorm te geven. Voor mezelf bepaald geen fout beeld om te herhalen: Cornee in de armen springen en door hem omhelsd worden. Wel voel ik mijn armen langzaamaan een beetje beurs worden.
We oefenen 40 minuten achterelkaar. Anita geeft het kader en de elementen en stuurt ons een beetje door de muziekkeuze. Sommigen van ons genieten, experimenteren. Bij mij zakt na een tijdje de spanning weg, en doe ik maar wat, ik voel me verloren en vraag me af wie nu wanneer nog zijn ‘stukje’ laat zien. Wanneer is de tijd om? Tijdsbesef op de speelvloer bestaat niet, althans alleen in een andere dimensie, ik heb geen besef van kloktijd. 
We ‘evalueren’, er zitten mooie stukjes in maar het is chaotisch, druk en neigt wat zwaar te worden. De sfeer wordt melig, we krijgen de slappe lach. Het begin van plankenkoorts?
Aan het einde van de dag doen we nog een keer een presentatie, het kader is weer wat scherper en we hebben iets meer houvast aan elementen. Ik vind het heerlijk gaan, nu waren sommige anderen soms de spanning kwijt. Het werd weer een ander stuk (een enkeling wordt nu echt heel zenuwachtig..), andere sfeer, andere danspassen. Maar het geeft een voldaan gevoel. Het gaat langzaam maar zeker wel ergens heen, en we hebben er plezier in.
En ach die vorm, die zich maar niet vast wil laten zetten. Een mooie metafoor voor het leven.
En ook hoopgevend toch, dat niets blijft wat het is, dat alles continu veranderd. Ons lijf, onze gedachten, onze manieren, onze status, onze inbeelding van de werkelijkheid. We proberen ons juist vaak in dit alles vast te zetten, want een mens heeft houvast nodig. Maar de enige houvast is dat alles altijd weer zal veranderen en slechts een enkel kort moment zijn eigentijdse vorm heeft, vast zit, ‘is’.

Marijke

30 maart: De laatste hele werkdag.

Vanmiddag komt Nelleke van de Schuur kijken. Dat daagt aan de ene kant uit het proces meer toe te spitsen, aan de andere kant wil ik blijven bij het proces waar we organisch mee bezig zijn.
De worsteling tussen spontaniteit, in het moment laten ontstaan en herhaling, herhaalbaar maken van materiaal.

Ik heb de spelers individuele opdrachten gegeven om zich thuis meer op te richten. Gedichten zoeken over eindigheid, een filmscene beschrijven, een beeld uitwerken, een dans verfijnen, een persoonlijk verhaal langs een duidelijk lijn kunnen vertellen.
Bij het bekijken en beluisteren van de opdrachten wordt helder wat de volgende stap is.
Sommige gedichten blijken direct niet geschikt dus die vervallen, de filmscene is te lang en moet eerder to the point komen, het beeld is eenvoudig en mooi maar mist nog iets, het verhaal is niet zo makkelijk te reconstrueren zonder het gevoel te verliezen, de dans mag meer gestructureerd worden.

De volgende stap is onvermijdelijk meer vormgeven, maar dan wel op een manier die de inhoud niet teniet doet.

Soms is de vorm de inhoud. Een vorm in beweging bijvoorbeeld die in het moment volledig en met totale aandacht neergezet wordt kan een gevoel van schoonheid oproepen. Maar als die vorm niet puur en secuur wordt uitgevoerd, maar met ruis, komt de vorm niet tot zijn recht. En die ruis weghalen, dat kost tijd, en die tijd hebben we bijna niet….
Soms is de inhoud de vorm, hoe onaf ook. De inhoud communiceert zichzelf. Bijvoorbeeld als Cornee ineens terecht komt in een gevoel van plezier als hij zijn verhaal over vroeger vertelt. Dit moment van plezier zien raakt, verbindt, toont kwetsbaarheid van de speler, terwijl deze het kan dragen. Ook als is de aanloop naar dit moment niet ‘mooi’ in de vorm gezet.

Die combinatie van secuurheid, herhaling zonder ruis met onaffe, ruwe, niet geconstrueerde momenten, daar houd ik van. En het blijkt niet makkelijk om dit zichtbaar te maken.
Ik heb de spelers getraind op aanwezig zijn in het moment, zich niet vastleggen maar vrijheid zoeken en voelen binnen een kader. Maar hoeveel kader kunnen de spelers aan zonder hun vrijheid te verliezen en hoeveel kader heeft het geheel nodig om te kunnen communiceren?

Aan het eind van de middag doen we een lange presentatie van een uur. Ik improviseer met muziek, stuur af en toe, het beschikbare materiaal voor de spelers om mee te improviseren heb ik meer ingeperkt, er is een begin- en eindbeeld. Het geheel …. Is een pastiche van allerlei elementen, het vloeit over van het een in het ander. Het belangrijkste: de sfeer die ik zoek is in alle glorie aanwezig.
Spelers tevreden, regisseur blij.
Dit geeft een boost van energie!