woensdag 20 april 2011

5 april

Ik dacht dat ik 5 april al had geschreven maar kon mijn tekst nergens meer vinden. Waarschijnlijk vergeten op te slaan. Mmm… dan is die tekst verdwenen, loslaten dus. Weg is weg en nu een nieuwe tekst schrijven voor het blog!

Goed…… Nog twee avonden te gaan voordat we presenteren op 16 april.

Vanavond wil ik aan solomateriaal werken om de presence en spelkwaliteit van de individuele speler aan te scherpen. Er is weinig tijd hiervoor, althans ik heb hier weinig tijd voor ingeruimd. Tot nu toe heb ik me gericht op de inhoud en vorm van het geheel en niet echt bezig geweest met spelcoaching.

Ik had de spelers vorige week individueel opdrachten gegeven. Om gedichten over eindigheid te verzamelen, te werken aan een dans, een filmscene te beschrijven, een persoonlijk verhaal in grote lijnen herhaalbaar te kunnen vertellen, een beeld te creëren op basis van een eigen verhaal.

Het kost meer tijd dan ik had ingepland om hiermee te werken en al gauw zijn we halverwege de avond. Maar het materiaal is mooi en ik zie de kracht van herhaling en verfijning.

De tijd die rest wil ik nog een improvisatie doen met geselecteerd materiaal. Vooraf wil ik duidelijke vormen neerzetten voor het begin en eind en ook afspraken over de link van sommige elementen.
De warmingup sla ik over.
                  
De spelers zie ik hierna 45 minuten zoeken en met name spelen vanuit het hoofd. Er is geen flow zoals vorige week, op de vloer wordt iedereen publiek van elkaar, er is weinig onderlinge verbinding, er wordt veel gewacht.

Na afloop een lang gesprek. Onvrede bij spelers, teveel bezig met de presentatie, de onderlinge samenhang was weg, iedereen stond alleen op de vloer.
Hoe komen we weer terug bij de kwaliteit die zichtbaar was in het proces? Hoe open ik het proces en mijn spelers voor het publiek? Lichte wanhoop bij mij. We zijn nog niet klaar voor publiek.
Hoe dit kwetsbare, premature onderzoekskindje op een juiste manier delen met het publiek?

Presentatie of voorstelling? Ook al roepen we hard dat het geen affe voorstelling is, toch komt er publiek dat gewoon kijkt naar wat er op de vloer gebeurt, zijn eigen verhaal maakt, beoordeelt, in interactie gaat met wat we laten zien. Dus, op welke manier presenteer ik dit kwetsbare nog niet geboren kindje, dat nog in ontwikkeling is, een schets van een kindje, grove vormen maar nog geen details, geen verfijning. In theatertermen, nog geen juiste timing, ritme, volgorde, spelkwaliteit.

Goed, onaf, een schets, een richting, dat gaan we presenteren.
Nu zou ik meer tijd willen hebben. Om te regisseren en de schoonheid die in het materiaal verscholen ligt te kunnen blootleggen. Tegelijkertijd vind ik het een uitdaging om juist die schets te communiceren. Ik vind het prachtig, dit onaffe, het zoeken, de imperfectie, met daardoorheen schijnend de kwetsbaarheid van het werk.

Vergankelijkheid…. Een speler probeert een moment dat in improvisatie ontstond te herhalen maar vindt het gevoel en de juiste vorm niet terug. Dat is ook het ambacht… om dat wat per ongeluk gevonden wordt te reconstrueren en herhaalbaar te maken.

We besluiten de avond met een keus: op 16 april zal de avond een combinatie zijn van presentatie en openbare repetitie. Ik ben vanuit het regiehok als begeleider/regisseur aanwezig op de vloer, coach de spelers in hun spel, bewaak het ritme en het tempo en stuur dus het geheel in de richting die ik wil zien.
Ja dit voelt goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten