woensdag 13 april 2011

30 maart: De laatste hele werkdag.

Vanmiddag komt Nelleke van de Schuur kijken. Dat daagt aan de ene kant uit het proces meer toe te spitsen, aan de andere kant wil ik blijven bij het proces waar we organisch mee bezig zijn.
De worsteling tussen spontaniteit, in het moment laten ontstaan en herhaling, herhaalbaar maken van materiaal.

Ik heb de spelers individuele opdrachten gegeven om zich thuis meer op te richten. Gedichten zoeken over eindigheid, een filmscene beschrijven, een beeld uitwerken, een dans verfijnen, een persoonlijk verhaal langs een duidelijk lijn kunnen vertellen.
Bij het bekijken en beluisteren van de opdrachten wordt helder wat de volgende stap is.
Sommige gedichten blijken direct niet geschikt dus die vervallen, de filmscene is te lang en moet eerder to the point komen, het beeld is eenvoudig en mooi maar mist nog iets, het verhaal is niet zo makkelijk te reconstrueren zonder het gevoel te verliezen, de dans mag meer gestructureerd worden.

De volgende stap is onvermijdelijk meer vormgeven, maar dan wel op een manier die de inhoud niet teniet doet.

Soms is de vorm de inhoud. Een vorm in beweging bijvoorbeeld die in het moment volledig en met totale aandacht neergezet wordt kan een gevoel van schoonheid oproepen. Maar als die vorm niet puur en secuur wordt uitgevoerd, maar met ruis, komt de vorm niet tot zijn recht. En die ruis weghalen, dat kost tijd, en die tijd hebben we bijna niet….
Soms is de inhoud de vorm, hoe onaf ook. De inhoud communiceert zichzelf. Bijvoorbeeld als Cornee ineens terecht komt in een gevoel van plezier als hij zijn verhaal over vroeger vertelt. Dit moment van plezier zien raakt, verbindt, toont kwetsbaarheid van de speler, terwijl deze het kan dragen. Ook als is de aanloop naar dit moment niet ‘mooi’ in de vorm gezet.

Die combinatie van secuurheid, herhaling zonder ruis met onaffe, ruwe, niet geconstrueerde momenten, daar houd ik van. En het blijkt niet makkelijk om dit zichtbaar te maken.
Ik heb de spelers getraind op aanwezig zijn in het moment, zich niet vastleggen maar vrijheid zoeken en voelen binnen een kader. Maar hoeveel kader kunnen de spelers aan zonder hun vrijheid te verliezen en hoeveel kader heeft het geheel nodig om te kunnen communiceren?

Aan het eind van de middag doen we een lange presentatie van een uur. Ik improviseer met muziek, stuur af en toe, het beschikbare materiaal voor de spelers om mee te improviseren heb ik meer ingeperkt, er is een begin- en eindbeeld. Het geheel …. Is een pastiche van allerlei elementen, het vloeit over van het een in het ander. Het belangrijkste: de sfeer die ik zoek is in alle glorie aanwezig.
Spelers tevreden, regisseur blij.
Dit geeft een boost van energie!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten