woensdag 30 maart 2011

Wat ligt er voor me, wat springt er uit, wat biedt zich aan, wat kan ik zien in wat er is?....

23 maart 2011

Vanaf vandaag staat het onderzoek in het teken van beperken, inzoomen, richting geven, vormen, kneden, richting geven, uitwerken of niet, kortom kiezen.

Een voorstelling – en in dit geval een presentatie – is voor mij een samenbundeling van krachten en zij gaat op een bepaald moment een eigen leven leiden. Ik ben de maker, de richtinggever, degene die overzicht heeft, ik heb een verlangen om mijn universum te creëren in een vorm die een publiek in die wereld kan binnenleiden. Maar ik werk samen met mijn spelers, zij zijn medemakers omdat zij hun persoonlijke ervaringen delen evenals hun associaties en iden, en in die zin is de voorstelling een gezamenlijk werk. Daarom wil ik meenemen wat de spelers zelf als betekenisvol ervaren hebben in de afgelopen weken. Wat willen zij  laten zien.

Het voelt als ik kies  naast het simpelweg volgen van de richting waar het project uit zichzelf heen wil.
Ik pak mijn onderzoeksvraag er weer bij, een van de leidraden. Zij is inmiddels subtiel veranderd in 'hoe vertaal ik manieren van omgaan met dat wat voorbij is in een fysieke, theatrale vorm?’ Het woord ‘verlies’ veranderen in ‘dat wat voorbij is’ voelt als een andere betekenis hoewel ik nog niet kan zeggen wat.
En ik kijk naar het materiaal. Wat ligt er voor me, wat springt er uit, wat biedt zich aan, wat kan ik zien in wat er is?

’s Ochtends als ik de zaal binnenkom krijg ik een idee om met microfoons te werken. Ik laat de spelers reflecteren op wat zij belangrijk vinden aan materiaal voor de presentatie en vraag hen om dit te vertellen aan ons, het publiek, in de microfoon.
Ik herontdek ter plekke dat theater altijd een weerslag van een proces is dat op de een of andere manier zichtbaar is in de voorstelling, het eindproduct. In hoeverre zou ik in de presentatie de letterlijke weerslag van een deel van het onderzoek kunnen laten zien? Is dat dan nog theater? Ga ik dan richting performance? Ik ben beïnvloed door de beeldende kunst waarin het proces van maken/onderzoeken het product zelf kan zijn, het proces is het kunstwerk.

Later vraag ik hen om – ook in de microfoon, om een gevoel van distantie te blijven behouden – te vertellen wat hen geraakt heeft in het proces tot nu toe. Ik krijg kwetsbare verhalen te horen die me raken. Dit vind ik prachtig om te zien deze puurheid, ik krijg een inkijkje in de kwetsbaarheid van het mens-zijn van mijn spelers,. En ik dank Patricia, Corne, Marijke, Marieke en Mike dat zij zich willen laten zien.

Goed, terug naar kiezen….
Naast deze puurheid, echtheid, plaats ik vormgeving, vertaling. Wanneer is iets theater? Wanneer gaat iets raken? Belangrijke vragen. Ik vind theater vaak minder boeiend dan het gewone leven, een theatrale vertaling soms een slap aftreksel. Soms ook echter zie ik een parel, een essentie vervat in een beeld, of een beweging, een tekst, of een combinatie van elementen.
Ik laveer tussen tonen van puurheid, zonder enige vertaling en de zoektocht naar een essentie van een gevoel/ idee in een vorm.

Aan het eind van de dag vraag ik de spelers om een aantal elementen die ik op dit moment met elkaar in wisselwerking wil zien terug te halen voor zichzelf. Daarna laat ik ze 30 minuten hiermee improviseren. Een poging om de frisheid, echtheid en spontaniteit van de  1e keer binnen een los kader een vorm te laten vinden. Het resultaat was spannend, wat zwaar, lichtelijk chaotisch, en niet voor alle spelers even bevredigend. Zo gaat het meestal is mijn ervaring.

Nu is het nodig om het kader te structureren, te zoeken naar eenvoud maar ook verdieping van het materiaal, en de spelers duidelijke beperkingen te geven zonder hen te verstikken. Ik vertrouw er maar op dat op 16 april alles op zijn plek valt…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten