woensdag 30 maart 2011

Wat is er nodig om te raken? Hoe wil ik raken?....

16 maart 2011

Vandaag met name bezig geweest de tegenstelling te onderzoeken tussen blijdschap en verdriet, licht en zwaar.  Hoe vertaal je dat naar de vloer? En wat voor plek heeft dit binnen mijn onderzoek? Ik moet bekennen dat ik op dit moment op intuitie vaar.  Ik weet nog niet wat voor plek dit heeft, weet alleen dat de afwisseling van emoties voor mij te maken heeft met de twee kanten van de medaille van vergankelijkheid. En dat ik muziek meer aan bod wil laten komen.
Licht en zwaar staan naast elkaar, wisselen elkaar af, zijn niet zo duidelijk gescheiden, vreugde kan een zweem verdriet in zich dragen en andersom. 

Die vermenging is hoorbaar en voelbaar in muziek, en ik wil kijken op welke manier het gebruik van muziek de sfeer die ik wil neerzetten kan ondersteunen, contrasteren, of misschien wel zelfstandig voelbaar kan maken. Zonder dat het te obvious of klef wordt.
In mijn muziekcollectie merk ik dat ik op het continuüm van licht naar zwaar aangetrokken wordt door die vermenging van licht en zwaar, levenslust en droefheid, door melancholie. Klezmer, tango, cellosuites van Bach, ik heb minder echt vrolijke muziek.

Het eerste onderzoek is hoe laat je überhaupt blijdschap of verdriet zien? En, wat is het effect van het zien van verdriet op een publiek? Hoeveel vorm heeft een gevoel nodig om over te komen? Hoe theatraal moet/mag het zijn? Word je droevig van het kijken naar verdriet en blij van het kijken naar blijdschap?

Ik heb de spelers laten zoeken op twee manieren: van binnen naar buiten en van buiten naar binnen.
Allereerst de opdracht om op zoek te gaan naar een authentiek gevoel van verdriet om vervolgens te proberen dat fysiek vorm te geven. Naar elkaar laten kijken. Sowieso gebeurt er al iets met ‘authentiek verdriet’ op het moment dat er een publiek getuige van is. Maar ook blijkt dat kijken naar verdriet niet hoeft te raken.

Wat is er nodig om te raken? Hoe wil ik raken? Hoe kan ik een publiek gevoelig maken voor de het besef van vergankelijkheid, van licht en zwaar naast elkaar?

Fascinerend was dat toen ik de spelers de opdracht gaf om verdriet uit te vergroten, in extreme fysieke vorm en cliches te laten zien, het mij op momenten wel raakte. Misschien omdat ik beelden van verdriet herken, misschien omdat het veiliger is om naar te kijken door de distantie die de spelers ervaren bij uitvergroting, misschien omdat stilering en vormgeving archetypische beelden oproepen.

Na de lunch blijdschap op de vloer gezet – wat overigens makkelijker ging – waarna ik beelden van blijdschap en verdriet naast elkaar plaatste om te zien wat voor effect dat had.

Als laatste een improvisatie gedaan waarbij ik we vandaag gedaan hadden combineerde met een beginbeeld en de verschillende sferen in beweging waarmee we vorige week hadden gewerkt.
Zo langzamerhand ontstaat een pastiche van allerlei elementen.
Wat voor smaak en kleur die pastiche nu moet krijgen……

Geen opmerkingen:

Een reactie posten